Champignons komen letterlijk in duizenden soorten die eetbaar zijn. Ze hebben een sterke en specifieke smaak, waardoor er veel mensen zijn die er dol op zijn, maar waardoor er ook veel mensen zijn die er totaal niet van houden. In Nederland zijn lang niet alle eetbare champignonsoorten ook te koop. Verreweg de meest gebruikte champignon in ons land is de witte champignon, gevolgd door de kastanjechampignon op de tweede plaats. In Nederland worden champignons het meest gebruikt voor het maken van champignonsoep, champignonomelet en champignonragout.

De witte champignon

Zoals gezegd wordt de witte champignon in Nederland het meest gebruikt, maar de ene witte champignon is de andere niet. Onder deze noemer vinden we meerdere soorten champignons. Zo is er de dichte champignon met de gesloten hoed, de knoopchampignon die bijzonder klein zijn, de reguliere open champignon, welke we het meest zien in de supermarkten, en de grote open champignon, welke vooral in Engeland heel veel wordt gebruikt. In Nederland zien we deze al een stuk minder.

Andere soorten champignons

Er zijn eindeloos veel gerechten waar champignons in worden verwerkt. Je kunt hiervoor kiezen uit de meest belangrijke soorten die in Nederlandse supermarkten te koop zijn. Hierbij valt te denken aan de kastanjechampignon en de reuzenchampignon, welke veel lijkt op de reguliere open champignon, maar vele malen groter is. Dat is er de Portabella, die bijzonder groot is en in uiterlijk lijkt op de kastanjechampignon. De grotchampignon uit de Limburgse mergelgrotten en de anijschampignon, die ook wel bekend staat onder de naam akkerpaddestoel. Bij visgerechten wordt vaak gekozen voor de oesterzwam. Tot slot kennen we de amandelpaddenstoel uit de tropische gebieden en de Shii-Take uit Japan. Deze laatste is nog relatief nieuw op de Nederlandse markt en daarmee ook een stuk minder bekend. Pas sinds enkele jaren is deze Shii-Take champignon vers verkrijgbaar in bepaalde supermarkten. Hiervoor waren ze wel al verkrijgbaar in gedroogde vorm